Vee- en paardenhouderij in Transitie Nationaal Park De Meinweg
Informatie laatst gewijzigd op 10-12-2023
Vee- en paardenhouderij
In de vee- en paardenhouderij zijn er verschillende mogelijkheden om positieve invloed uit te oefenen op biodiversiteit op en rond het bedrijf. Hier zijn enkele praktische maatregelen die genomen kunnen worden:
Natuurlijk beheer van graslanden:
- Implementeer een rotatiesysteem voor begrazing om overbegrazing te voorkomen en de graslanden gezond te houden.
- Overweeg agroforestry-praktijken waarbij bomen en struiken worden geïntegreerd in de graslanden.
Aanleg van bufferzones:
- Creëer bufferzones rond waterlichamen op het bedrijf om de waterkwaliteit te beschermen en als leefgebied voor watergebonden flora en fauna.
Biodiversiteitsvriendelijke gewasrotatie:
- Als er gewassen worden verbouwd, overweeg dan een biodiversiteitsvriendelijke gewasrotatie om de bodemvruchtbaarheid te behouden en verschillende habitats te ondersteunen.
Aanleg van bloemrijke randen:
- Plant bloemrijke randen rond velden en langs paden om bijen, vlinders en andere bestuivers aan te trekken.
Behoud van natuurlijke habitat:
- Bescherm bestaande natuurlijke habitats op het terrein, zoals bossen, poelen of andere ecosystemen, en vermijd verstoring van deze gebieden.
Nestkasten en schuilplaatsen:
- Installeer nestkasten voor vogels en voorzie schuilplaatsen voor andere inheemse dieren, zoals egels.
Gebruik van inheemse planten:
- Gebruik inheemse planten in landschapsontwerp, omdat deze beter zijn aangepast aan de lokale omstandigheden en gunstig zijn voor lokale biodiversiteit.
Duurzaam waterbeheer:
- Implementeer duurzaam waterbeheer om waterbronnen op het bedrijf te behouden en waterverontreiniging te voorkomen.
Educatie en bewustwording:
- Informeer medewerkers, bezoekers en lokale gemeenschappen over het belang van biodiversiteit en hoe zij kunnen bijdragen aan het behoud ervan.
Samenwerking met lokale organisaties:
- Werk samen met lokale milieugroepen, natuurbeschermingsorganisaties en overheidsinstanties om gezamenlijk initiatieven voor biodiversiteit te ontwikkelen en uit te voeren.
Door een combinatie van deze maatregelen kunnen vee- en paardenhouderijen een positieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit op en rond hun bedrijf, terwijl ze tegelijkertijd duurzame en rendabele landbouwpraktijken handhaven.
Zie ook:
|
Methodiek achter een gidssoort
De biodiversiteitstresstest is een modelbenadering op basis van algemeen beschikbare data en geeft een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid weer aan de hand van gidssoorten. Gidssoorten zijn kenmerkende diersoorten omdat hun aan- of afwezigheid inzicht geeft in de kwaliteit van het leefgebied, het type leefgebied en andere meer algemene diersoorten die daarin voorkomen. Iedere gidssoort reageert anders op negatieve effecten op hun leefgebied: zogenaamde stressfactoren. De gebruikte stressfactoren zijn lichtintensiteit, geluidsintensiteit, gevoelheid voor beweging (optiek), bodemdroogte en versnippering van leefgebied (connectiviteit).
Op basis van literatuurstudie en kennis van experts zijn de reacties van de gidssoorten op deze stressfactoren gewaardeerd in een GIS-model. De combinatie tussen daadwerkelijke waarnemingen van de gidssoort, aanwezigheid van terreintypen en effecten van de stressfactoren resulteren in een kaartbeeld van geschikt, of minder geschikt leefgebied.
Door de relatie te leggen tussen gidssoorten, algemeen voorkomende soorten en mogelijke maatregelen ziet u wat u zelf kunt doen om het leefgebied te verbeteren.
Werken aan de leefomgeving heeft ook invloed op andere soorten
Andere flora en fauna heeft vaak soortgelijke eisen aan de leefomgeving. Werken aan de leefomgeving heeft daardoor ook een positief effect op andere soorten.
De invloed op andere soorten is vooral afhankelijk van grondsoort en omgeving.